Zaak tegen Pegida-voorman Wagensveld uitgesteld

Pegida-voorman Wagensveld werd eind vorig jaar veroordeeld tot een taakstraf voor het beledigen van moslims. Hij heeft zich schuldig gemaakt aan groepsbelediging door de Koran een fascistisch boek te noemen. Aanleiding was een actie op 22 januari, in de buurt van de Tweede Kamer. Hij verscheurde voor een camera een koran en vergeleek moslims met nazi’s. Wagensveld ging in beroep.

Dat hoger beroep zou vandaag plaatsvinden. Maar Wagensveld vond dus dat hij niet op tijd op de hoogte is gebracht van de zittingsdatum van het hoger beroep. Hij kon er daardoor naar eigen zeggen niet bij zijn. Volgens het gerechtshof was dit niet het geval, maar toch besloot het gerechtshof om de zaak uit te stellen tot 24 juli.

Wagensveld schreef zaterdag op het sociale medium X dat hij minstens vier weken van tevoren bericht had moeten krijgen van de zittingsdatum. Hij woont namelijk in het buitenland en moet dus voldoende tijd hebben om bij het hoger beroep aanwezig te zijn.

Ditzelfde X-bericht werd door de raadsheer (de rechter in hoger beroep) voorgelezen tijdens de zitting. Volgens de raadsheer geldt binnen de Europese Unie een dagvaardingstermijn van tien dagen. "De stelling van de verdachte dat dit vier weken is, is juridisch onjuist", zei hij. Ook merkte het Openbaar Ministerie op dat uit het bericht van Wagensveld blijkt dat hij wist van de zitting.

Vanwege het maatschappelijk belang van de zaak vroeg de advocaat-generaal, "zij het met kromme tenen", uitstel aan. Het gerechtshof is daar in meegegaan "omdat de zaak aandacht verdient in aanwezigheid van de verdachte".

In maart maakte Wagensveld op eigen initiatief de gang naar de rechter om het gebiedsverbod aan te vechten dat de gemeente Arnhem hem oplegde. In de rechtbank werd hij gearresteerd. Volgens de politie overtrad hij het noodbevel door bij aankomst een koran aan een hondenriem rond te slingeren, op de grond te laten vallen en over de grond te slepen.